De prikpen gebruiken voor de GK + meter

De prikpen voorbereiden 

• Schroef het deksel van de prikpen los van de behuizing van de prikpen. Plaats een steriel lancet in de prikpen en duw deze naar binnen totdat het lancet volledig tot stilstand komt in de prikpen. 
• Houd het lancet stevig in de prikpen en draai het veiligheidslipje van het lancet totdat het loskomt, en trek het veiligheidslipje van het lancet. Bewaar het veiligheidslipje voor het weggooien van het eerder gebruikte lancet. 
• Schroef het deksel voorzichtig terug op de prikpen. Vermijd contact met de blootliggende naald. Zorg ervoor dat het omhulsel volledig is afgedicht op de prikpen. 
• Pas de prikdiepte aan door het deksel van de prikpen te draaien. Er zijn verschillende instellingen voor de perforatiediepte. Om het ongemak te verminderen, gebruikt u de laagste stand waarbij nog voldoende bloed wordt geproduceerd. 
• 1 voor een gevoelige huid 
• 2 en 3 voor een normale huid 
• 4 en 5 voor een eeltige of dikke huid 
• Notitie: Een grotere druk van de prikpen tegen de prikplaats zal ook de prikdiepte vergroten. 

Activeer het prikapparaat 

• Trek de spancilinder terug om de prikpen in te stellen. Mogelijk hoort u een klik om aan te geven dat de prikpen nu is geladen en klaar is om te schieten. 
• Druk de prikpen tegen de zijkant van de vinger die moet worden geprikt, waarbij het deksel op de vinger rust. Druk op de ontgrendelingsknop om uw vingertop te prikken. U moet een klik horen terwijl de prikpen wordt geactiveerd. 
• Pas indien nodig de prikdiepte aan.